Teksten en fotografie Rob Klute © Elze Klute 2001-2020
.
Treinen spotten in de Harz
De Harz blijft ons aantrekken vanwege
de stoomtreinen. Camper pakken en
gaan.
De Harz is het meest noordelijk gelegen
middelgebergte van Duitsland. Er rijden
dagelijks rond de 25 stoomlocomotieven
op 140 km spoornetwerk. Oorspronkelijk
was dit spoornetwerk in gebruik voor de
mijnbouw.
In het stationsgebouwtje van Sorge aan de “Harzquerbahn” is het grensmuseum
ondergebracht. Na de tweede Wereldoorlog was Sorge de grens met de DDR.
Een kilometer buiten Sorge ligt het “Freiland-Grenzmuseum”, dat met een originele wachttoren,
een prikkeldraadversperring en de hondenbaan herinnert aan de voormalige 500 meter brede
grenszone tussen oost en west.
We zien luguber ogende overblijfselen zoals een
duiker geprepareerd om te voorkomen dat burgers
via de sloten van Oost naar West zouden vluchten.
Verderop komen we een uitkijkpost tegen en zien
we ook een Triebwagen (met dieselmotor) rijden.
Aan de Selketalbahn ligt het kopstation
Hasselfelde. Er is net een stoomloc binnen
gekomen, die wordt voorzien van kolen en water.
Stiege heeft de kleinste keerlus van Europa.
Station Friedrichshöhe aan de Selke. We
kunnen de camper direct naast de spoorbaan
parkeren en wachten op passerende treinen
en ondertussen lunchen.
De imposante voetgangershangbrug Titan RT, die
met 458 meter een van de langste ter wereld is. Hij
overspant de rivier de Bode en hangt boven de
stuwdam, de Rappbodetalsperre.
In de Altstadt van Gernrode zijn de straatjes smal en is er best
wel wat hoogteverschil. Het lukt ons toch bij het Harzer
Uhrenmuseum te komen. Daar hangt een enorme koekoeksklok
waar ieder kwartier een grote koekoek zijn verhaal vertelt.
In het spoorwegnet van de Harzer Schmalspurbahnen bevindt zich slechts één tunnel, zeventig meter lang.
We parkeren onderaan de Thumkuhlenkopf en volgens de app Mapy.cz moeten we steil omhoog klauteren
en bereiken buiten adem de top. We zien links en rechts de rails maar geen tunnel. Dom, want daar staan
we bovenop. We zoeken naar een opening in de bossages om iets naar beneden te zakken en dat lukt en zo
zien we de trein dampend uit het tunnelgat opdoemen.
In Quendlinburg
bekijken we de
vakwerkhuizen,
marktpleinen en het
Eisenbahn &
Spielzugmuseum.
We wandelen door het bos over een verharde weg terug naar de parkeerplaats. We staan even stil bij
een monument dat herinnert aan een treinongeluk in 1927. Ten gevolge van een wolkbreuk spoelde het
talud gedeeltelijk weg, waardoor een trein ontspoorde. Zes mensen kwamen om het leven. Af en toe
komen we steeds de trein weer tegen.
In Werningenrode klimmen we op het vrij toegankelijke panoramaplatform op het spoorwegemplacement. Hier
staan altijd wel een paar stoomlocs en dieseltreinen. Er lopen mannetjes met oliespuiten en potten
smeermiddelen, die nauwkeurig de machines inspecteren en draaiende houden. We hebben mooi zicht op een
draaischijf waarmee de treinen een voor een op het goede spoor worden gezet om in de remise te verdwijnen.
Overdag zien het het station en de remise van Gernrode er rustig uit maar in de avond ziet het er spookachtig uit
als de stoomtrein gereedgemaakt wordt voor de volgende dag. Hij verdwijnt in de remise waar hij na een lange dag
van zwoegen kan uitpuffen.
In Drei Annen Hohne is het altijd druk op het
station. Het is een belangrijke verbindingsader
van het hele spoorwegennet van de Harz. Het
station verbindt de Harzquerbahn met de
Brockenbahn.
De stoom geeft altijd een mooi beeld maar is niet fijn
als je er middenin komt te staan.